woensdag 29 december 2010

Keukengeheimen

Ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat ik een gerecht heb dat me elke keer weer razend enthousiast maakt als ik het kook. Absoluut favoriet om te koken. En overheerlijk op het bord. Ongeveer halverwege het koken is er namelijk een punt, wanneer ik een klein hapje proef, dat ik ineens weet, dit wordt lekker! En dat punt geeft me zoveel energie dat ik bijna sta te springen, en ik kan dan niet wachten tot het klaar is.

Ik kook het niet heel vaak, misschien juist omdat het zo enorm lekker is. Misschien omdat het toch redelijk lang duurt voordat het klaar is. Al maakt die tijd hierbij niet uit, want hoe langer je in die pan moet roeren, hoe meer liefde je er aan toe kan voegen. En dat proef je. Dat roeren werkt ontspannend, meditatief bijna. Zoiets...

Anyway, here's a secret. Ik heb kook dit alleen voor familie en close vrienden. En voor mannen die ik leuk vind en waar ik indruk op wil maken. Je bent gewaarschuwd!

Er zijn oneindig veel variaties mogelijk, met groenten, met kip, met vis, bedenk het en het kan.
Hier is het recept van de variant die ik laatst gekookt heb:


Risotto
(voor 4 personen)

Ingrediënten:
125 gram champignons, in stukjes/plakjes gesneden
halve courgette, in stukjes gesneden
1 grote ui
2 teentjes knoflook
300 gram risottorijst (arborio rijst)
250 ml witte wijn
bouillon (kruiden, vis, kip, afhankelijk van de overige ingredienten en waar je zin in hebt)
parmezaanse kaas, fijn geraspt (ik vind zelf hiervoor de zakjes geraspte parmezaanse van de Xenos heel fijn, 1 zakje is perfect)

Bereiding:
Snij de ui en knoflook fijn en fruit deze in wat olijfolie. Voeg de courgette en champignons toe en roerbak dit mee tot het een kleurtje krijgt.
Voeg de droge risottorijst toe, en bak dit mee tot de korrels gaan glanzen.
Blus af met de witte wijn.
Wanneer dit redelijk is opgenomen kun je beginnen met de bouillon. Voeg de bouillon soeplepel voor soeplepel toe, zodat de risotto telkens goed nat is, blijf roeren zodat het niet aanbakt. Wanneer de risotto weer wat droger wordt voeg je meer bouillon toe.
Hier ben je wel even mee bezig. Wanneer je ziet dat de rijstkorrels wat groter worden van het vocht dat ze hebben opgenomen begin je met af en toe een klein hapje proeven. Zo kun je goed in de gaten houden hoe de smaak zich ontwikkelt, wanneer je vindt dat het te zout aan het worden is (dit hangt af van de sterkte van de bouillon die je gebruikt, en van wat je zelf lekker vindt uiteraard), kun je ervoor kiezen om de laatste paar soeplepels water te gebruiken in plaats van bouillon. Zo halverwege het proces van vocht toevoegen, roeren en proeven, kun je dat moment verwachten dat je denkt, JA! Dit is het! Dat moment waarop je door de keuken begint te springen van enthousiasme zeg maar.
Je gaat hiermee door, totdat je vindt dat de rijstkorrels zacht genoeg zijn en lekker eetbaar. Nu stop je met vocht toevoegen, en blijf je roeren totdat het laatste vocht dat nog in de pan zit ook opgenomen is. Blijf roeren, want nu bakt het snel aan!
Als het min of meer droog is (het mag een beetje plakkerig zijn) zet je het vuur uit, en strooi je de geraspte kaas eroverheen. Goed doorroeren en voila! Love in the making ;-)

zondag 19 december 2010

Koken met je neus

Met de feestdagen voor de deur en de sneeuw in de straten gaat het kerstgevoel steeds meer kriebelen bij mij. (Als ik eerlijk ben kriebelt het al weken, maanden zelfs, ik draai al weken kerstmuziek en zodra de Sint het land uit was stond mijn boom te glinsteren - roze en vol ballerina's, rozen en vlinders uiteraard.) Wanneer bij mij de kerstkriebel begint, begint ook mijn trek in dat heerlijk warme kruidige rode goedje, en ik ben dus al weken aan het broeden en brouwen op het lekkerste recept voor homemade glühwein.

Stap 1: de radartjes in mijn hoofd beginnen te draaien bij het denken aan glühwein, en dan met name welke smaken gecombineerd moeten worden.

Stap 2: toch maar een fles kant-en-klare glühwein gehaald om te beseffen dat ik die wat vlak vindt en absoluut niet spannend. In Berlijn ook wat van dat warme brouwsel geproefd, en langszaam beginnen mijn smaak- en reuksensoren de verschillende specerijen te onderscheiden

Stap 3: combinaties maken in mijn hoofd. Koken (en bakken ook, maar dat is weer een ander verhaal) begint voor mij in mijn hoofd. Door veel te experimenteren kun je een soort smaak-vocabulaire ontwikkelen, waarmee je in je hoofd al kunt koken, zelfs voordat er ook nog maar een pan aan te pas komt.

Stap 4: ruiken, ruiken, ruiken. Er is niets lekkerders dan met je neus boven een pan hangen om zo te ontdekken of het klopt. Geur is zo'n sterk zintuig, met je neus kun je al snel ontdekken of ingredienten vers zijn of juist bedorven, of de combinatie zoals die in je hoofd zit ook echt klopt, en of alle ingredienten in balans zijn.

En dan komt dat moment, neus boven de pan, ruiken en dan weet je ineens dat het klopt, dat het af is, en dat het lekker gaat zijn.

Stap 5: testen, zowel zelf als door anderen. En daar kan dan haast niets meer fout gaan.

Voor 1 liter homemade glühwein ga je als volgt aan de slag:


Ingredienten:
1 liter rode huiswijn (hoeft geen dure kwaliteitswijn te zijn, gewoon een hele goedkope huiswijn is prima)
1 sinaasappel, in plakjes gesneden
1 citroen, in 4 parten gesneden
8 kruidnagels
3 kaneelstokjes
een mespuntje kardemom
1 laurierblad
75 gram (bruine) suiker
100 ml rum (hierdoor krijgt het net dat beetje meer pit)

Bereiding:
Prik 2 kruidnagels in elk partje citroen.
Doe de wijn in een pan en voeg hier alle ingredienten aan toe. Ruik even.
Zet dit op een heel laag vuur, en laat dit langzaam, minstens 30 minuten intrekken en warm worden. Let op, als alcohol boven de 70 graden komt vervliegt deze, dus zorg ervoor dat de glühwein niet te heet wordt. Tijdens het opwarmen hang je af en toe met je neus boven de pan, om te ruiken hoe de verschillende ingredienten met elkaar reageren en combineren.
Wanneer je de geur lekker vindt is het klaar, mijn voorkeur heeft het om de glühwein wat langer te laten trekken, dan is de rum iets minder overheersend. 
Giet de glühwein door een zeef in een hittebestendig glas.

Wat je over hebt, een liter glühwein is toch flink wat, kun je via een zeef gewoon terug in de fles gieten en bewaren (ik vind m daar zelfs nog iets lekkerder van worden). Wel binnen een paar dagen opdrinken, maar dat is vast geen probleem.

zondag 5 december 2010

Anti-pakjesdag

Op verschillende foodblogs en foodtwitteraccounts werd de afgelopen weken opgeroepen om dit jaar met Sinterklaas een 'anti-pakjesdag' in te lassen: een dag waarin je de pakjes en zakjes laat staan en kookt zonder kant-en-klare of voorgemaakte ingredienten.

Ik ben zelf hier al een aantal maanden op aan het letten, meer zelf koken om zo toegevoegde E-stoffen te vermijden. (Ik heb behoorlijk wat gelezen over E-nummers, en ik ben met name geschrokken van de effecten van smaakversterkers. Dat ze je smaakpapillen op een bepaalde manier prikkelen, waardoor je signalen naar je hersenen blijft uitzenden om door te eten, terwijl je fysiek al vol zit. En dat dat de reden is dat je bijv een hele zak chips in een keer weg kan eten. Of het echt allemaal waar is weet ik niet, maar er is zowiezo niets mis met zelf koken, weten wat erin zit, en dus minder toegevoegde E-nummers en smaakversterkers.)

Ik kookte vroeger veel vanuit pakjes, ik kwam laat uit mijn werk en het het leek mij makkelijker en sneller. Maar ik ben erachter dat zelf koken, net zo makkelijk is, net zo snel, en vaak veel lekkerder omdat je meer kan experimenteren met de smaak en kruiden. Ik kom nog steeds laat thuis uit het werk, maar ik kook weer, juist dat voortdurende ruiken en proeven totdat het goed smaakt geeft enorm veel ontspanning en ontlading na het werken, veel meer dan een gerecht uit een doosje. En ik vind het eigenlijk niet eens zo'n probleem om hier om half 9, 9 uur pas aan te beginnen...

Laatst heb ik Griekse kofta gemaakt, je weet wel, die gehaktballetjes in tomatensaus. En echt waar, veel lekkerder, maar net zo makkelijk als een pakje! Het leukste vind ik met name de saus en de verschillende kruiden, prima om mee te experimenteren, iets meer, iets minder, en telkens eerst ruiken, dan proeven, even op je in laten werken en bedenken of je nog iets mist, een snufje hier, een snufje daar (koken is eigenlijk een groot experiment!).


(voor 4 personen)

Ingredienten voor de gehaktballetjes:
350 gram gehakt
snufje zout/peper
1 theelepel (riet)suiker
1 eetlepel komijnpoeder
1 eetlepel tijmblad, gedroogd
1 theelepel oregano, gedroogd
1 eetlepel kaneel

Bereiding gehaktballetjes:
Meng alles, goed doorkneden, en een nacht in de koelkast laten staan.
Verdeel het de volgende dag in ca. 20 balletjes/rolletjes (5 pp) en bak ze in wat olijfolie.

Ingredienten voor de saus:
1 blik gesneden tomatenblokjes
1 kartonnen pak tomatenpuree (500 gram)
- Ok, ik weet dat dit pakjes zijn, en dat was nou juist niet de bedoeling. Maar blik-tomaat en tomatenpuree zijn voor mij de enige uitzonderingen. Bij de meeste merken zitten er geen kunstmatige toevoegingen in, alleen tomaten, maar de tomaten zijn veel lekkerder en voller van smaak dan losse tomaten, omdat ze ergens in Italie in de zon gekweekt worden, ipv in een kas hier in Nederland. Mijn enige uitzondering dus! -
1 grote ui, fijngesneden
3 tenen knoflook, fijngesneden
1 courgette
2 laurierbaderen
1 eetlepel tijm, gedroogd
1 eetlepel komijn
1 theelepel oregano
1 eetlepel kaneel
1 eetlepel kerrie
zout/peper

Bereiding saus:
Fruit de ui en knoflook in wat olijfolie, voeg de courgette toe en bak even mee.
Voeg dan de tomaat (blik en pak) toe plus de kruiden, en laat dit zachtjes inkoken. Je kunt een beetje spelen met hoe dik je de saus wilt, als je 'm dikker wilt maak je een papje van 1 eetlepel maizena en wat koud water en voeg je dit al roerend toe.
Doe de gehakt erbij en laat het nog 10 minuten zachtjes koken.

Serveer met rijst.

woensdag 24 november 2010

Maak me blij

Tiramisu is een van de beroemdste Italiaanse toetjes. Het woord tiramisu betekent letterlijk 'trek mij omhoog', wat je ook wel kunt vertalen als 'maak me blij', wat te maken heeft met de opwekkende combinatie van chocola, koffie en alcohol.

Het is een typisch feel-good toetje, en toen ik gisteren op kantoor uit het niets tegen mijn kantoorgenootje riep, 'ik heb zin om tiramisu te maken', wist hij al hoe laat het was.. (al viel dat allemaal best mee, maar had ik de dag ervoor ook tiramisu bij een vriendin op en had meteen weer zin om zelf de keuken in te gaan en aan de slag te gaan).

Tiramisu is niet moeilijk om te maken, mits je je hoofd erbij houdt en er meteen een flinke shot liefde doorheen roert. Dit is hoe ik hem altijd maak..


(voor 4 personen)

Ingredienten:
60 gram suiker
3 eidooiers
250 gram mascarpone
lange vingers
grappa (of koffielikeur)
2 kopjes espresso, afgekoeld
cacaopoeder

Bereiding:
Klop de eidooiers met de suiker en een scheutje grappa luchtig en bleekgeel.
Klop de mascarpone los. Schep hier voorzichtig het eimengsel doorheen.
Voeg ook een scheutje grappa aan de espresso toe.
Doop de lange vingers een voor een kort in het koffie mengsel, en maak hier de bodemlaag van in een vierkante schaal.
Schep hier een laag van het mascarponemengsel op.
Vervolgens weer een laag lange vingers, mascarpone, enz. Zorg ervoor dat je eindigt met een laag mascarpone.
Dek de schaal af met huishoudfolie en laat dit een aantal uur in de koelkast opstijven. (Geduld is in dit geval echt een schone zaak!)
Vlak voor het opdienen bestrooi je de tiramisu met cacaopoeder.

woensdag 3 november 2010

Afrika tot in Amerika tot in de Himalaya tot we samen zijn...

Iedereen die mij een beetje kent weet dat er een ding is waar ik net zo veel van hou als van koken en dat is Afrika. De afgelopen weken werd me steeds vaker gevraagd 'Wanneer mag je weer weg?' en telkens ging het harder kriebelen. Vandaag was het weer zo ver. DE vraag werd me gesteld, en omdat er nog niets definitief is vastgelegd kon ik weinig zinnigs als antwoord geven. Maar degene die het me vroeg keek me aan, moest heel hard lachen en zei 'Volgens mij kan het jou niet snel genoeg gaan! Je begint helemaal te stralen!'

Ik geloof dat dat de spijker op z'n kop is. There's something about Africa.. Vraag me het uit te leggen, en ik kan het niet. Vraag me je te laten zien wat er zo bijzonder is aan Afrika, en dat zal, zelfs met een miljoen fantastische foto's, onherroepelijk mislukken. Vraag me je het te laten ervaren, en ik kan je weinig laten voelen (behalve natuurlijk als je me, wanneer ik weer die kant op ga, gewoon op komt zoeken). Het enige wat ik kan doen, is vertellen, en dan zal je m'n ogen zien glinsteren.

Ik kwam er vorige week ineens achter hoe sterk muziek en geuren gekoppeld zijn aan herinneringen. Mijn zus wees me op een online radiostation, met Afrikaanse muziek, en op het moment dat de muziek begon zat ik in mijn hoofd weer in een van de vele taxi's, op weg naar een potentiele afspraak, zweten in m'n nette kleren, rijdend door de chaotische straten, hopend heelhuids en op tijd op de plek van bestemming aan te komen. Ik ben met name gefascineerd door de Afrikaanse steden waar ik mocht zijn, het leefde daar, er was een bepaalde vibe! Echt, het was zo anders dan in Nederland waar alles voorspelbaar en georganiseerd is. Daar is het vies, stoffig, chaos, maar het bruist!

En 's avonds rook je overal de geuren van heerlijk gekruid eten. En ook al heeft niet iedereen het heel breed, wanneer je iemand beter leert kennen mag je altijd aanschuiven om mee te eten. Bij die persoon, of zijn moeder, oma, buurvrouw, achternicht. Alles draait om relaties. Ken je een iemand, dan ken je iedereen. En dat maakt het dagelijks leven heel onvoorspelbaar (zowel zakelijk als prive). Aan het begin van de dag kun je gewoon niet weten hoe het zal gaan lopen en waar je allemaal terecht zult komen. You either hate it or you love it!

Maar goed, eten dus, gekruid eten.. Afrika is een groot continent. Groter dan we vaak denken. Amerika, China, India, Japan en half Europa passen allemaal in het oppervlak van Afrika. Je kunt je dus wel voorstellen dat er niet zoiets bestaat als 'De Afrikaanse Keuken'. Oost, west, noord, zuid, midden heeft allemaal eigen eettradities, en dan maakt het vervolgens nog uit of je aan de kust zit of landinwaarts, klimaat, seizoen, etc. Oneindig veel variatie dus.

Om iets langer op de trip down memory lane te blijven maakte ik het volgende, wat mij qua geur en smaakcombinatie aan Afrika doet denken. Ik denk met name aan oost Afrika. Kenia. Iets in die richting. Die herinneringen in ieder geval... Bij mij roept het herinneringen op, bij jou misschien een klein beetje nieuwsgierigheid naar het donkere continent. Het continent waar ik mijn hart aan verloren heb...


(voor 4 personen)

Ingredienten:
4 courgettes
2 tomaten
3 uien
3 tenen knoflook
200 gr gehakt
1 eetlepel paprikapoeder
1 theelepel chilipoeder
1 eetlepel kaneel
geraspte oude kaas
fijngehakte peterselie

Bereiding:
Snij de ui en knoflook fijn en bak dit even aan.
Voeg de gehakt toe en bak dit rul totdat het gaar is.
Voeg de tomaten, paprikapoeder, chilipoeder en kaneel toe, en zout/peper naar smaak en laat dit op laag vuur sudderen.
Halveer ondertussen de courgettes, hol ze uit, en doe het vruchtvlees van de courgettes bij de gehakt.
Vul de uitgeholde courgettes met het gehaktmengsel, bestrooi ze met kaas en wat peterselie en doe ze in een ovenvaste schaal.
Bak de courgettes ongeveer een half uur op 175 graden in een voorverwarmde oven, totdat de kaas gesmolten is en de courgettes goed gaar zijn. Serveer met witte rijst

maandag 25 oktober 2010

Pure verleiding

Chocola heeft voor mij altijd al iets magisch gehad. Voor goede pure chocola kun je me 's nachts altijd wakker maken. Mijn moeder maakte vroeger de allerlekkerste warme chocolademelk. Niet met instant chocolade, maar met een flinke hoeveelheid cacaopoeder. Die chocolademelk proefde rijk, diep en liefdevol. We kregen het niet altijd, maar juist die speciale momenten maakten de chocolademelk nog specialer.

Bijvoorbeeld als we in het park of bos naar kastanjes gezocht hadden (ik zou nog steeds niet weten wat je met die dingen kan, ik geloof dat wij er toen poppetjes of spinnenwebben van maakten... en dan? Wat moet je er in vredesnaam mee? Maakt verder ook niet echt uit, wij waren er prima zoet mee te houden... Je schijnt ook lekker te kunnen koken met kastanjes, maar dat heb ik nog nooit uitgeprobeerd). Of als we buiten in de sneeuw gespeeld hadden (ja echt, vroeger deed ik dat nog wel eens.  Onbegrijpelijk gezien de enorme hekel die ik al zo lang aan sneeuw heb), en dan opdrogen en opwarmen met onze ruggen tegen de warme verwarming.

In de film 'Chocolat' (die met Johnny Depp) wordt ook chocolademelk geserveerd, een brouwsel met chilipepers. Sinds ik die film gezien heb ben ik al gefascineerd door de combi van chili en chocola, en na redelijk wat experimententen denk ik dat ik nu de perfecte samenstelling heb gevonden!


De chocolademelk zoals mijn moeder 'm maakte vormt basis van dit recept, maar dan met een extra bite, die je heerlijk oppept. Dit is een rijke, sensuele, decadente chocolademelk waarbij je jezelf even moet gunnen niet op de calorien te letten, maar gewoon even van te genieten.

Ingredienten:
100 ml slagroom, aanvullen met melk tot 2/3 van een grote mok
2 eetlepels cacaopoeder (niet de poeder/korrels voor aanmaak-chocolademelk, maar de pure, van bijv. Droste of Blooker)
2 zakjes vanillesuiker
2 of 3 gedroogde chili pepers (een stukje verse rode peper kan ook, maar dan wordt de chocolademelk al snel flink pittig, niet te veel doen dus!)
1 kaneelstokje
1/2 vanillestokje, over de lengte opengesneden
50 gr extra bittere chocola, in stukken gebroken (mag ook meer zijn, naar smaak, de chocola zorgt ervoor dat de chocolademelk wat dikker wordt)
slagroom, met wat suiker opgeklopt
kaneelpoeder

Bereiding:
Verwarm de melk met de chili's, vanillestokje en kaneel op een laag vuur. Het moet relatief lang duren voordat het kookt, dan kunnen de smaken goed intrekken. Als het kookt hou je het vuur laag en laat je het een minuut of 5 doorkoken (af en toe een beetje roeren, daarmee voorkom je dat de melk over je pan heen schuimt). Hoe langer je het laat koken, hoe pittiger de chocolademelk wordt.

Je kunt prima zelf ook nog wat experimenteren met de hoeveelheid pepers en hoe lang je het laat koken, totdat je je eigen favoriete samenstelling hebt gevonden.

Maak ondertussen in een klein kopje of kommetje een papje van de cacaopoeder, vanillesuiker en een klein beetje kokend water. Door het kokend water zal de cacaopoeder goed smelten.

Als de melk lang genoeg gekookt heeft hou je het vuur laag staan. Schep het evt. vel van de melk en haal je met een zeefje de chili's, vanille en kaneel eruit.
Voeg het chocoladepapje weer bij de melk en breng dit op een laag vuur, al roerend weer tegen de kook aan.
Voeg vervolgens de stukken chocola bij de melk en laat dit sudderen totdat alles gesmolten is. Wel blijven roeren, anders verbrandt de chocola op de bodem van de pan.
Giet dit door het zeefje in een mok, wat slagroom erop en bestrooi naar smaak met wat kaneelpoeder.

vrijdag 22 oktober 2010

Pizza Bellissima

Ik weet nog goed wanneer het idee voor dit blog kwam. Het was tijdens het pinksterweekend afgelopen voorjaar. Het was zonnig, ik zat op mijn balkon met het boek Eat Pray Love, en ik was heerlijk aan het genieten. Ik was nog maar een paar weken terug uit Afrika en dat weekend voelde ik me voor het eerst weer een beetje lekker in Nederland. In het eerste deel, wanneer Liz naar Italie gaat, beschrijft ze tot in detail haar passie voor eten. Voor lekker eten dan met namen. Lekker eten dat met passie is gemaakt. En het was (ja ik weet het, dit klinkt zo cliche) alsof ik dat geschreven had kunnen hebben.

Tijdens dat weekend realiseerde ik me ook weer opnieuw wat de connectie tussen koken en gevoel voor mij is. Als ik niet lekker in mijn vel zit kook ik niet. En als ik wel kook, kook ik omdat ik iets voor iemand wil koken waar ik een gevoel bij heb. En dus zijn de dingen die ik kook automatisch gekoppeld aan herinneringen. Bijvoorbeeld de risotto die ik in Ghana kookte, de fajitas die ik laatst voor een goede vriendin kookte, en ga zo maar door. En deze heerlijke pizza, die ik voor mezelf maakte, gewoon omdat ik daar op een zonnige zondagmiddag zin in had. Simpel in zijn eenvoud.


Allereerst maak je het deeg voor de pizzabodems. Onderstaand recept is voor 4 ronde pizza's of 1 grote plaatpizza (voor 4 personen).

(Je kunt van het deeg ook kleine platgeslagen pita-achtige broodjes van maken. Die zijn heerlijk bij bijvoorbeeld een salade. Maak de broodjes, leg ze op een hete en met olijfolie ingevette ovenplaat. Bak ongeveer 5-7 minuten. Er moeten blaren van de hitte opkomen, maar het moeten wel zachte broodjes blijven.)

Ingredienten voor het deeg:
1 zakje droge gist
1/2 theelepel suiker
375 gram harde bloem
1 eetlepel melk
1 eetlepel olijfolie

Bereiding:
Meng de gist en suiker en voeg hier 50 ml lauwwarm water aan toe. Roeren en 15 minuten laten staan, het moet gaan schuimen.
Zeef de bloem in een ruime kom, maak een kuiltje, doe hier het gistmengsel in, en kneed het erdoorheen.
Voeg de melk en olijfolie toe en zoveel lauw water als nodig (max 1/8 liter) om het geheel tot een deeg te maken.
10 minuten kneden.
De kom afdekken met een doek en anderhalf uur op een warme plaats laten rijzen.
Het deeg terugslaan als het verdubbeld is in omvang.
Deel het deeg in vieren en rol uit tot ronde lappen van ongeveer 2 mm dikte. Leg ze op bakpapier, dek af met plastic folie en laat nog een half uur liggen.

Ondertussen kun je de oven voorverwarmen en de tomatensaus voorbereiden. Laat de oven op z'n heetst worden (mijn oven gaat tot 260 graden, maar hoe heter hoe beter!). Laat de ovenplaat in de oven zodat deze ook heet wordt.

Ingredienten voor de tomatensaus:
4x 70gr tomaten puree (4 kleine blikjes of 2 blikjes van 140 gram)
4 eetlepels bruchettavlokken van Xenos (je kunt uiteraard ook italiaanse kruiden toevoegen)
2 teentjes knoflook
2 bollen mozzarella

en verder:
wat verse parmezaan, met een kaasmes snippers eraf snijden
1 flinke handvol rucola, gesneden
olijfolie, verse basilicum
evt. geroosterde pijnboompitten

Bereiding:
Meng de tomatenpuree met de bruchettavlokken en de uitgeperste knoflook en laat even staan om in te trekken.

Haal de bodems even los van het bakpapier zodat je ze straks makkelijk in de oven kunt leggen (trust me, loshalen als ze al belegd zijn is een stuk onhandiger) en beleg ze met de tomatensaus en de mozzarella. Haal de plaat uit de oven, smeer de plaat in met een klein beetje olijfolie (gebruik een hittebestendig (!) kwastje) en leg vervolgens de pizza op de plaat en bak in ca. 5-10 minuten totdat de mozzarella gesmolten is.

Uit de oven nemen, bestrooien met rucola, basilicum, wat parmezaan en evt wat geroosterde pijnboompitten en besprenkelen met wat olijfolie. Een goed glas rode wijn erbij, en bon appetit! Gewoon genieten, italiaanse stijl, simpelweg omdat het kan. En lekker is ;-)

Je kunt uiteraard de pizza beleggen met allerlei soorten ingredienten. De meeste ingredienten moet je meebakken, dus die leg je dan op de pizza voordat 'ie de oven ingaat. Ik maak meestal 4 pizza's tegelijk en vries wat ik niet nodig heb in. De pizza's die de vriezer ingaan beleg ik alleen met tomatensaus en mozarella. Als ik ze dan uit de vriezer haal, leg ik er dan pas de evt. extra ingredienten op, en bak de pizza dan nog een minuut of 5 in een voorverwarmde oven op de hoogste stand.

dinsdag 19 oktober 2010

Tomatenfobie

Ik heb een van mijn beste vriendinnen 4 jaar geleden ontmoet tijdens mijn studie. De eerste keer dat ik haar zag was tijdens een college, waar ze te laat binnenkwam, haar lange blonde haren iets verwilderd door het dragen van een helm en gekleed in een leren motorpak. Wat een eerste indruk was dat! Tijdens dat college of vlak daarna bleek dat we samen een paper moesten schrijven voor een van de vakken die we volgden. Zo gezegd, zo gedaan. Maar eigenlijk zijn we pas maanden na die eerste ontmoeting en die eerste indruk bevriend geraakt, tijdens een studiereis naar Italie.

Na die (ietwat beruchte) reis hadden we afgesproken dat ik een keer zou koken, en om in stijl te blijven wilde ik een van mijn favoriete pastagerechten maken. Een ding had deze vriendin me alleen niet verteld (en het was me in Italie ook niet opgevallen), ze gruwelde van tomaten. Maar ja, dan vallen al gauw de meeste pasta's en pizza's af. Toen ik dit ontdekte had ik al boodschappen gedaan, maar na overleg ben ik de pasta toch maar gaan maken. En tot onze beide verbazing vond ze het lekker, zo lekker dat ze na d'r eerste mini-portie (je moet het tenslotte toch proberen!) nog een tweede keer opschepte! Ik had een variatie op onderstaande pasta gekookt:



(voor 4 personen)

Ingredienten:
blik gepelde tomaten
pak gezeefde tomaten
verse tomaten, in stukjes gesneden
1 courgette, in stukjes gesneden
1 prei, in ringen gesneden
1 groene paprika, in stukjes gesneden
ui, fijn gehakt
3 teentjes knoflook, fijngesneden
basilicum, oregano, zout, peper
2 bollen mozzarella
geraspte parmezaanse kaas
pijnboompitjes

Bereiding:
Bak de ui en knoflook in wat olijfolie glazig. Voeg de prei en courgette toe en bak dit even mee. Dan de gepelde en gezeefde tomaten erbij, als het goed pruttelt ook de verse tomaten erbij. Breng op smaak met wat zout/peper en verse basilicum en oregano.
Op het laatst roer je de fijngesneden mozzarella erdoor, je krijgt dan van die kaasdraden door de saus. Evt. een klein scheutje melk of room erbij doen.

Serveer met pasta. Bestrooi het geheel met kaas en geroosterde pijnboompitten.

Toen ik dit voor deze vriendin kookte zat er geloof ik courgette, tomaat, ham, spek, champignons en brocolli in. Gewoon een beetje mee experimenteren.

zondag 17 oktober 2010

Appelcrumble

Een van mijn beste vriendinnen is net zo gek op koken als ik. We hebben elkaar zo'n 7 jaar geleden voor het eerst ontmoet, onderweg naar het introductiekamp van de studie waar we aan zouden gaan beginnen. We kwamen naast elkaar te zitten in de bus, en kletsten elkaars oren van het hoofd in het korte busritje. Soms ontmoet je wel eens mensen waarvan je vanaf de eerste seconde weet dat het klikt. Dat was met haar ook zo. We bleven afspreken en zijn goeie vriendinnen geworden. En op de ene of andere manier zijn veel van onze afspraken gekoppeld aan eten. Ofwel ik kook, ofwel zij kookt. Maar eigenlijk koken we dan gewoon samen. De een snijdt, de ander roert, en allebei kletsen we nog steeds elkaars oren van het hoofd.

Als deze vriendin voor je kookt is er een ding wat ze altijd zal zeggen en dat is dat het alleen maar iets makkelijks is geworden, iets in elkaar geflanst van de dingen die 'toevallig' in haar koelkast lagen. Ik weet inmiddels wel beter ;-)

Laatst ging ik weer eens bij d'r eten. En van de dingen die toevallig in haar koelkast lagen flanste ze een volwaardige overheerlijke kaasfondue in elkaar. En dit toetje, wat gebaseerd is op een familierecept...


(voor 2 personen)

Ingredienten:
50 gr bloem
50 gr suiker
50 gr boter, in blokjes
amandelschaafsel
1 appel
rozijnen
vanillesuiker
kaneel
scheutje grand marnier (cognac of cointreau kan ook)

Bereiding:
Snij de appel in vieren en haal het klokhuis uit de parten. Je kunt de schil laten zitten.
Snij de parten in stukjes en verdeel over twee ovenvaste schaaltjes.
Strooi in beide schaaltjes wat rozijnen eroverheen.
Bestrooi beiden met wat vanillesuiker en flink wat kaneel.
Giet tenslotte er wat grand marnier overheen en laat lekker intrekken.

Ondertussen maak je de crumble die eroverheen gaat, door de bloem, suiker en boter met je handen tot een kruimelig deeg te kneden. Verdeel het deeg over de twee schaaltjes en bestrooi tenslotte met amandelschaafsel.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Als de oven warm is plaats je de schaaltjes erin en bak je ze gaar in ongeveer 30 minuten.

Lekker met slagroom of een bolletje ijs.

dinsdag 12 oktober 2010

Het oog wil ook wat

Degenen die mij wat beter kennen, weten dat, wanneer ik een etentje geef, ik alles uit de kast trek. Ik sloof me uit en geniet daar enorm van, maar kan daarin soms ook wat doorschieten. Zo kan ik me herinneren dat ik ooit voor vrienden sushi heb gemaakt. Geserveerd op speciaal daarvoor aangeschaft Japans servies. Voor andere vrienden heb ik wel eens tapas gemaakt. Op tapas servies uiteraard. Beide sets zijn misschien twee of drie keer gebruikt, en staan nu werkloos in de kast, te wachten op een nieuwe uitspatting.

Ook in het koken zelf kan ik nogal ver gaan. Al jaren is mijn motto: 'het oog wil ook wat'. Dus als ik kook, let ik enorm op hoe het eruit ziet, presentatie op het bord enzo. En alle details moeten kloppen. Sausjes, bijgerechten, bedenk het en ik heb er ook aan gedacht. (Ik kan me voorstellen dat dit behoorlijk extreem klinkt, maar the truth is, ik geniet er echt enorm van. Laat mij uren in de keuken in pannen roeren omdat er mensen die ik lief vind komen eten en ik ben gelukkig. En de lieve mensen meestal ook na het proeven van whatever er op hun bordje ligt...)

Ik denk dat een van mijn meest extreme uitspattingen was toen ik beloofd had te koken voor een groep van 20 meiden van een vereniging waar ik destijds voor werkte. De meiden hadden de keuze uit tapas (5 koude en 5 warme), vegetarische tapas (5 koude en 5 warme), of een 'gewone' spaanse maaltijd met voor en hoofdgerecht. En voor het toetje ook 2 of 3 keuzes (ik zal er maar niet bij zeggen dat ik de verschillende gerechten en tapas nog nooit eerder had gemaakt dus dat het een grote gok was). Dat was nogal wat qua voorbereiding en het uiteindelijke koken (ik zal er ook maar niet bij zeggen dat dat in een keukentje van nog geen 10 m2 was). Van tevoren vroegen mensen of ik het wel zeker wist om het zo groot aan te pakken. Maar als ik iets in m'n kop heb dan krijg je dat dat er ook nauwelijks meer uit. Uiteindelijk is het gelukt. Je kon me na afloop opvegen, maar iedereen heeft gesmuld (en daar gaat het om)!

Dit keer kwamen mijn zusje en haar vriend eten. En ik had bedacht falafel te maken. En om de perfecte falafel te maken moet je dat goed voorbereiden heb ik inmiddels dus geleerd.


Een dag vooraf:

Laat de gedroogde kikkererwten 24 uur in ruim water weken.

Maak de tahini (ja ik weet het, die kan je ook in een potje kopen, maar tis toch veel leuker en lekkerder om het zelf te maken?) door 250 gram sesamzaad kort te roosteren, en dit met een keukenmachine of staafmixer te malen. Voeg telkens wat olie (zonnebloem, arachide, sesam) toe, totdat je een pasta hebt die lijkt op pindakaas. Halverwege voeg je een beetje zout naar smaak toe.
De tahini vormt de basis voor de tahinisaus en voor hummus. Wat je overhoudt kun je in de koelkast bewaren.

Maak de tahinisaus door 125 gram tahini, het sap van 1 citroen, 3 teentjes fijngehakte knoflook, 2 eetlepels fijngehakte peterselie en 2 eetlepels water met de keukenmachine/staafmixer verder te pureren tot het een mooie saus is. Evt. nog water toevoegen als je de saus dunner wilt. Vlak voor het serveren nog wat fijngehakte peterselie erover strooien.

Je kunt de hummus ook al vooraf maken. Laat 400 gram kikkererwten (1 blik) uitlekken, en pureer ze met 3 tenen fijngehakte knoflook. Voeg vervolgens 1 eetlepel tahini toe, wat olijfolie, het sap van een halve citroen, en 1/4 theelepel komijn. Pureer alles weer. Proef! Voeg naar smaak meer citroensap, tahini en/of komijn toe. Het moet een smeerbaar mengsel zijn dat zacht smaakt en haast smelt op je tong, maar tegelijk ook een pittige bite heeft. Vlak voor het serveren strooi je er nog wat paprikapoeder over.
Met dit recept heb je redelijk wat hummus; als je overhoudt kun je dit heerlijk als broodbeleg gebruiken.

Op de dag zelf hoef je dan alleen nog maar de falafel te maken:
(voor ca. 6 personen)

Ingredienten:
500 gram gedroogde kikkererwten, gewassen en 24 uur geweekt
2 theelepels komijn
1 theelepel bakpoeder
1 uitje, fijngesneden
3 teentjes knoflook, fijngesneden
6 takjes verse koriander
6 takjes verse peterselie
zout/peper
evt. naar smaak wat chilipoeder

Bereiding:
Giet de kikkererwten goed af en doe ze in een kom. Voeg alle ingredienten toe en pureer met de keukenmachine of staafmixer tot een fijne pasta. 30 minuten laten staan, zodat de smaken goed kunnen intrekken.
Maak balletjes van ongeveer de grootte van een walnoot, druk ze iets plat.
In een frituurpan de olie verhitten tot ca. 180 graden.
Bak de balletjes in kleine porties in 3 minuten goudbruin.

Serveer met pitabroodjes, salade/rauwkost naar keuze, knoflooksaus en de tahinisaus en hummus.


Een klein beetje uitsloven is het wel. Maar als je een plekje hebt kunnen veroveren aan mijn eettafel, dan krijg je niet alleen een lekker hapje op je bord (dat is in ieder geval de bedoeling), maar je kunt er ook vanuit gaan dat je een plekje hebt gekregen in m'n hart!

zaterdag 9 oktober 2010

Chocoladedromen

Een van de leukste lunchrooms in Dordrecht is Zusjes. Er worden alleen vegetarisch biologische gerechten geserveerd, en het grootste deel is huisgemaakt. Vanmiddag heb ik heerlijk geluncht met een goeie vriendin die ik al veel te lang niet had gezien. We hadden heerlijk desembrood belegd met oude kaas. Ik vind desembrood zoiets fascinerends. Het smaakt heel anders dan gewoon brood, en heeft een knapperige korst maar een luchtige binnenkant. Maar tegelijk is het super vullend.

Zuurdesembrood staat nog op mijn lijstje van dingen die ik wil uitproberen om zelf te maken. Zonder gist, maar met een zelfgemaakt zuurdesem. Maar goed, omdat alleen al het bereiden van de desem een week duurt, waarbij je elke dag wel iets ermee moet doen - en dan heb je nog geen brood gebakken. Als je dan na een week dat desem hebt kun je dat gebruiken om een brood te bakken, en vervolgens weer aanvullen met wat meel, en dan zou het in theorie heel lang houdbaar moeten zijn. Maar dan moet je elke week dus ongeveer wel een brood bakken. En zoveel brood eet ik niet. Dus ik heb me er nog maar niet aan gewaagd...

Bij onze drankjes werden chocolade kaneelamandelen geserveerd. Ik had ze al heel lang niet meer op en was bijna vergeten hoe lekker ze zijn. Chocolade kaneelamandelen kun je bij de meeste koffie-speciaalzaken wel vinden, maar je kunt ze ook zelf maken met dit recept:


Ingredienten:
100 gr chocolade (ik heb 76% puur gebruikt, maar het kan ook prima met melkchocolade als je dat lekkerder vindt)
50 gr amandelen
kaneel
cocktailprikkers
een blok oase/steekschuim bij de hobbywinkel of tuincentrum vandaan (wel in de plastic verpakking laten zitten, zodat de amandelen en je vingers niet in aanraking kunnen komen met het groene schuim!)

Bereiding:
Prik in elke amandel een cocktailprikkertje. Hij hoeft er maar een heel klein stukje in, genoeg om de amandel op de prikker te laten zitten.
Smelt de chocolade voorzichtig in de magnetron. Niet langer dan 10 seconden per keer om verbranden van de chocola te voorkomen. Na 10 seconden de chocola uit de magnetron halen, doorroeren, en dit herhalen, totdat de chocola goed vloeibaar is.
Haal de amandelen een voor een door de gesmolten chocola, laat goed uitlekken zodat je geen druppels meer hebt (tik een paar keer met de prikker op de rand van het kommetje, dan vallen er vaak nog wat chocolade druppels af), en prik het prikkertje dan in het steekschuim.
Laat de chocolade op de amandelen hard worden, en herhaal dit nog een paar keer totdat de amandelen dik genoeg zijn (wel even de chocola iets smelten, zodat het weer goed vloeibaar is). Ik hou zelf wel van een behoorlijke chocolade-bite, dus ik heb flink wat laagjes chocola gedaan.
Na de laatste keer chocola strooi je met een theelepel kaneel over de nog natte chocola, voordat je de amandel in het steekschuim prikt om te laten drogen.

Verpak ze in een zakje van bloemenfolie, en je hebt een heerlijk cadeautje om weg te geven.
Of je serveert ze bij de koffie, dat kan natuurlijk ook.

vrijdag 1 oktober 2010

I surrender

Sinds ik terug ben van mijn vakantie heb ik heel hard geprobeerd het zomerse zonnetje en het gevoel dat daarbij hoort vast te houden. Noem het een positieve insteek, noem het principes, noem het koppigheid (of zelf-marteling, wat je wilt), maar ik probeer het moment dat de kachel aangaat en de zomerjas geruild wordt voor de winterjas zo lang mogelijk uit te stellen. Totdat het echt niet meer gaat. Een van de bekende radiostations heeft ook een van hun streaming-radio kanalen een half jaar lang ingericht als 'zomerradio' - een prima manier om mijn kop-in-het-zand-steek-strategie mee aan te vullen.

Toen ik vanmorgen mijn computer aanzette en daarbij ook het zonnetje wilde aanzetten kwam ik er tot mijn grote schrik achter dat het onvermijdelijke nu toch echt gebeurd is. Zomerradio is verruild voor kerstradio (ja je leest het goed, kerstradio, op 1 oktober!!!!). Ik kan het niet langer ontkennen, ik kan het niet meer tegenhouden, de zomer is nu toch echt voorbij. Ik heb m'n pantoffeltjes dus maar uit het vet gehaald, stiekem gluur ik op de thermostaat van de verwarming om te zien hoe warm (of eigenlijk koud) het binnen is en om te kijken of ik de kachel al durf aan te zetten, maar de kerstliedjes, die ontwijk ik nog even (ik ben absoluut gek op kerstliedjes, en vanaf november bestaat er nauwelijks andere muziek meer voor mij, maar niet in oktober! Ook weer een principe.).

De zomer is voorbij, en hoe kun je nu beter afscheid nemen dan met een heerlijk geurende en smakende maaltijd (wat stiekem nogal een winter-gerecht is).


(Voor 4 personen)

Ingredienten:
500 gr spruitjes
500 gr aardappelen
150 gr walnoten
125 gr spekjes
appel
gedroogde tijm
3 teentjes knoflook

Bereiding:
Schrob de aardappelen schoon, en snij ze in partjes.
Was de spruitjes, en haal het kontje en de buitenste blaadjes eraf.
Bak de spekjes in een klein koekenpannetje uit.
Verhit ondertussen in een grote hapjespan wat olie/boter, en fruit hierin de fijngesneden knoflook. Voeg vervolgens de aardappelen en spruitjes toe en roerbak tot het gaar is. Halverwege voeg je de fijngehakte walnoten toe.
Ondertussen was je de appel, en snij je deze in blokjes.
Als de aardappelen en spruitjes gaar zijn voeg je de uitgebakken spekjes en de appel toe. Voeg ook een flinke eetlepel tijm en peper naar smaak toe (ook evt. wat zout, maar hou in de gaten dat de uitgebakken spekjes ook al behoorlijk zout zijn), en bak alles nog even goed door.
Lekker met een glas wat stevigere rode wijn.

woensdag 29 september 2010

Ultiem genieten

Mijn hele leven ben ik al gefascineerd door eten en koken geweest. Mijn moeder vertelde me dat ik als klein meisje kookspullen voor mijn tweede verjaardag wilde. Maar dat mochten geen kookspullen uit de speelgoedwinkel zijn natuurlijk; nee dat moesten echte potten en pannen zijn. Maar ja, een echte pan uit het keukenkastje was toch ook wat te groot voor zo'n klein hummeltje, dus mijn moeder heeft stad en land afgezocht naar mini-pannetjes die toch echt eruit zagen en echt klonken.

Ik heb als kind zo vaak in de keuken gestaan, en gekeken naar wat mijn moeder aan het doen was. Mijn moeder heeft mij leren koken; niet van recepten of uit pakjes of zakjes, maar koken, op smaak, op gevoel, uiteraard met het risico dat het nergens naar smaakt. Ik stond als kind altijd op een vaste plaats, vlak bij het fornuis, want daar gebeurde het! Uiteraard stond ik ook per definitie in de weg in de keuken, en was ik telkens aan het verschuiven omdat mijn moeder iets nodig had uit het kastje waar ik tegenaan stond.

Inmiddels ben ik ouder, en wat levenservaring rijker. Ervaring door extremen en tegenstellingen, een haat-liefde verhouding voor eten, emotie eten maar tegelijk door emoties niet meer kunnen koken, eten als vijand maar tegelijk er ultiem van genieten. Anyway, je kunt de aard van het beestje niet veranderen, en mijn liefde voor lekker eten, de geuren, de kleuren, de smaken, die is nog steeds volop aanwezig, maar gevoelsmatig wat meer in balans. Ik snap de dalen, en kan genieten van de pieken.

Ik probeer die balans ook in wat ik maak terug te vinden, letten op wat ik maak, maar zonder weer een of ander dieet te gaan volgen (geloof me, ik kan er heel veel van het rijtje afstrepen). Gezond koken, zo natuurlijk mogelijk, zo min mogelijk pakjes en zakjes. Gezond en lekker eten niets te maken heeft met jezelf uithongeren of volproppen, maar juist alles met genieten.

Ik maak thuis meestal mijn lunch klaar om mee te nemen naar m'n werk, maar ik ben de boterhammen met vleeswaren en een soepje een beetje zat. Dus ik maak tegenwoordig elke morgen een grote bak met salade en een klein potje dressing klaar die ik mee neem. En de salade van vandaag was zo lekker!

Ingredienten:
cherrytomaatjes, paprika, radijsjes (dit kunnen allerlei groenten zijn, dit was wat ik nog in de koelkast had)
avocado
zonnebloempitten
wat overjarige brokkelkaas

Voor de dressing:

theelepel groene pesto
olijfolie
een paar drupjes balsamicoazijn
een paar drupjes rode wijn
peper/zout

Bereiding:

Alles in stukjes snijden en door elkaar doen in een meeneembak. Dressing in een potje doen en apart van de salade meenemen.

Vlak voor je lunchpauze het potje dressing goed schudden en over de salade gieten. Voila! Ultiem genieten!