maandag 25 oktober 2010

Pure verleiding

Chocola heeft voor mij altijd al iets magisch gehad. Voor goede pure chocola kun je me 's nachts altijd wakker maken. Mijn moeder maakte vroeger de allerlekkerste warme chocolademelk. Niet met instant chocolade, maar met een flinke hoeveelheid cacaopoeder. Die chocolademelk proefde rijk, diep en liefdevol. We kregen het niet altijd, maar juist die speciale momenten maakten de chocolademelk nog specialer.

Bijvoorbeeld als we in het park of bos naar kastanjes gezocht hadden (ik zou nog steeds niet weten wat je met die dingen kan, ik geloof dat wij er toen poppetjes of spinnenwebben van maakten... en dan? Wat moet je er in vredesnaam mee? Maakt verder ook niet echt uit, wij waren er prima zoet mee te houden... Je schijnt ook lekker te kunnen koken met kastanjes, maar dat heb ik nog nooit uitgeprobeerd). Of als we buiten in de sneeuw gespeeld hadden (ja echt, vroeger deed ik dat nog wel eens.  Onbegrijpelijk gezien de enorme hekel die ik al zo lang aan sneeuw heb), en dan opdrogen en opwarmen met onze ruggen tegen de warme verwarming.

In de film 'Chocolat' (die met Johnny Depp) wordt ook chocolademelk geserveerd, een brouwsel met chilipepers. Sinds ik die film gezien heb ben ik al gefascineerd door de combi van chili en chocola, en na redelijk wat experimententen denk ik dat ik nu de perfecte samenstelling heb gevonden!


De chocolademelk zoals mijn moeder 'm maakte vormt basis van dit recept, maar dan met een extra bite, die je heerlijk oppept. Dit is een rijke, sensuele, decadente chocolademelk waarbij je jezelf even moet gunnen niet op de calorien te letten, maar gewoon even van te genieten.

Ingredienten:
100 ml slagroom, aanvullen met melk tot 2/3 van een grote mok
2 eetlepels cacaopoeder (niet de poeder/korrels voor aanmaak-chocolademelk, maar de pure, van bijv. Droste of Blooker)
2 zakjes vanillesuiker
2 of 3 gedroogde chili pepers (een stukje verse rode peper kan ook, maar dan wordt de chocolademelk al snel flink pittig, niet te veel doen dus!)
1 kaneelstokje
1/2 vanillestokje, over de lengte opengesneden
50 gr extra bittere chocola, in stukken gebroken (mag ook meer zijn, naar smaak, de chocola zorgt ervoor dat de chocolademelk wat dikker wordt)
slagroom, met wat suiker opgeklopt
kaneelpoeder

Bereiding:
Verwarm de melk met de chili's, vanillestokje en kaneel op een laag vuur. Het moet relatief lang duren voordat het kookt, dan kunnen de smaken goed intrekken. Als het kookt hou je het vuur laag en laat je het een minuut of 5 doorkoken (af en toe een beetje roeren, daarmee voorkom je dat de melk over je pan heen schuimt). Hoe langer je het laat koken, hoe pittiger de chocolademelk wordt.

Je kunt prima zelf ook nog wat experimenteren met de hoeveelheid pepers en hoe lang je het laat koken, totdat je je eigen favoriete samenstelling hebt gevonden.

Maak ondertussen in een klein kopje of kommetje een papje van de cacaopoeder, vanillesuiker en een klein beetje kokend water. Door het kokend water zal de cacaopoeder goed smelten.

Als de melk lang genoeg gekookt heeft hou je het vuur laag staan. Schep het evt. vel van de melk en haal je met een zeefje de chili's, vanille en kaneel eruit.
Voeg het chocoladepapje weer bij de melk en breng dit op een laag vuur, al roerend weer tegen de kook aan.
Voeg vervolgens de stukken chocola bij de melk en laat dit sudderen totdat alles gesmolten is. Wel blijven roeren, anders verbrandt de chocola op de bodem van de pan.
Giet dit door het zeefje in een mok, wat slagroom erop en bestrooi naar smaak met wat kaneelpoeder.

vrijdag 22 oktober 2010

Pizza Bellissima

Ik weet nog goed wanneer het idee voor dit blog kwam. Het was tijdens het pinksterweekend afgelopen voorjaar. Het was zonnig, ik zat op mijn balkon met het boek Eat Pray Love, en ik was heerlijk aan het genieten. Ik was nog maar een paar weken terug uit Afrika en dat weekend voelde ik me voor het eerst weer een beetje lekker in Nederland. In het eerste deel, wanneer Liz naar Italie gaat, beschrijft ze tot in detail haar passie voor eten. Voor lekker eten dan met namen. Lekker eten dat met passie is gemaakt. En het was (ja ik weet het, dit klinkt zo cliche) alsof ik dat geschreven had kunnen hebben.

Tijdens dat weekend realiseerde ik me ook weer opnieuw wat de connectie tussen koken en gevoel voor mij is. Als ik niet lekker in mijn vel zit kook ik niet. En als ik wel kook, kook ik omdat ik iets voor iemand wil koken waar ik een gevoel bij heb. En dus zijn de dingen die ik kook automatisch gekoppeld aan herinneringen. Bijvoorbeeld de risotto die ik in Ghana kookte, de fajitas die ik laatst voor een goede vriendin kookte, en ga zo maar door. En deze heerlijke pizza, die ik voor mezelf maakte, gewoon omdat ik daar op een zonnige zondagmiddag zin in had. Simpel in zijn eenvoud.


Allereerst maak je het deeg voor de pizzabodems. Onderstaand recept is voor 4 ronde pizza's of 1 grote plaatpizza (voor 4 personen).

(Je kunt van het deeg ook kleine platgeslagen pita-achtige broodjes van maken. Die zijn heerlijk bij bijvoorbeeld een salade. Maak de broodjes, leg ze op een hete en met olijfolie ingevette ovenplaat. Bak ongeveer 5-7 minuten. Er moeten blaren van de hitte opkomen, maar het moeten wel zachte broodjes blijven.)

Ingredienten voor het deeg:
1 zakje droge gist
1/2 theelepel suiker
375 gram harde bloem
1 eetlepel melk
1 eetlepel olijfolie

Bereiding:
Meng de gist en suiker en voeg hier 50 ml lauwwarm water aan toe. Roeren en 15 minuten laten staan, het moet gaan schuimen.
Zeef de bloem in een ruime kom, maak een kuiltje, doe hier het gistmengsel in, en kneed het erdoorheen.
Voeg de melk en olijfolie toe en zoveel lauw water als nodig (max 1/8 liter) om het geheel tot een deeg te maken.
10 minuten kneden.
De kom afdekken met een doek en anderhalf uur op een warme plaats laten rijzen.
Het deeg terugslaan als het verdubbeld is in omvang.
Deel het deeg in vieren en rol uit tot ronde lappen van ongeveer 2 mm dikte. Leg ze op bakpapier, dek af met plastic folie en laat nog een half uur liggen.

Ondertussen kun je de oven voorverwarmen en de tomatensaus voorbereiden. Laat de oven op z'n heetst worden (mijn oven gaat tot 260 graden, maar hoe heter hoe beter!). Laat de ovenplaat in de oven zodat deze ook heet wordt.

Ingredienten voor de tomatensaus:
4x 70gr tomaten puree (4 kleine blikjes of 2 blikjes van 140 gram)
4 eetlepels bruchettavlokken van Xenos (je kunt uiteraard ook italiaanse kruiden toevoegen)
2 teentjes knoflook
2 bollen mozzarella

en verder:
wat verse parmezaan, met een kaasmes snippers eraf snijden
1 flinke handvol rucola, gesneden
olijfolie, verse basilicum
evt. geroosterde pijnboompitten

Bereiding:
Meng de tomatenpuree met de bruchettavlokken en de uitgeperste knoflook en laat even staan om in te trekken.

Haal de bodems even los van het bakpapier zodat je ze straks makkelijk in de oven kunt leggen (trust me, loshalen als ze al belegd zijn is een stuk onhandiger) en beleg ze met de tomatensaus en de mozzarella. Haal de plaat uit de oven, smeer de plaat in met een klein beetje olijfolie (gebruik een hittebestendig (!) kwastje) en leg vervolgens de pizza op de plaat en bak in ca. 5-10 minuten totdat de mozzarella gesmolten is.

Uit de oven nemen, bestrooien met rucola, basilicum, wat parmezaan en evt wat geroosterde pijnboompitten en besprenkelen met wat olijfolie. Een goed glas rode wijn erbij, en bon appetit! Gewoon genieten, italiaanse stijl, simpelweg omdat het kan. En lekker is ;-)

Je kunt uiteraard de pizza beleggen met allerlei soorten ingredienten. De meeste ingredienten moet je meebakken, dus die leg je dan op de pizza voordat 'ie de oven ingaat. Ik maak meestal 4 pizza's tegelijk en vries wat ik niet nodig heb in. De pizza's die de vriezer ingaan beleg ik alleen met tomatensaus en mozarella. Als ik ze dan uit de vriezer haal, leg ik er dan pas de evt. extra ingredienten op, en bak de pizza dan nog een minuut of 5 in een voorverwarmde oven op de hoogste stand.

dinsdag 19 oktober 2010

Tomatenfobie

Ik heb een van mijn beste vriendinnen 4 jaar geleden ontmoet tijdens mijn studie. De eerste keer dat ik haar zag was tijdens een college, waar ze te laat binnenkwam, haar lange blonde haren iets verwilderd door het dragen van een helm en gekleed in een leren motorpak. Wat een eerste indruk was dat! Tijdens dat college of vlak daarna bleek dat we samen een paper moesten schrijven voor een van de vakken die we volgden. Zo gezegd, zo gedaan. Maar eigenlijk zijn we pas maanden na die eerste ontmoeting en die eerste indruk bevriend geraakt, tijdens een studiereis naar Italie.

Na die (ietwat beruchte) reis hadden we afgesproken dat ik een keer zou koken, en om in stijl te blijven wilde ik een van mijn favoriete pastagerechten maken. Een ding had deze vriendin me alleen niet verteld (en het was me in Italie ook niet opgevallen), ze gruwelde van tomaten. Maar ja, dan vallen al gauw de meeste pasta's en pizza's af. Toen ik dit ontdekte had ik al boodschappen gedaan, maar na overleg ben ik de pasta toch maar gaan maken. En tot onze beide verbazing vond ze het lekker, zo lekker dat ze na d'r eerste mini-portie (je moet het tenslotte toch proberen!) nog een tweede keer opschepte! Ik had een variatie op onderstaande pasta gekookt:



(voor 4 personen)

Ingredienten:
blik gepelde tomaten
pak gezeefde tomaten
verse tomaten, in stukjes gesneden
1 courgette, in stukjes gesneden
1 prei, in ringen gesneden
1 groene paprika, in stukjes gesneden
ui, fijn gehakt
3 teentjes knoflook, fijngesneden
basilicum, oregano, zout, peper
2 bollen mozzarella
geraspte parmezaanse kaas
pijnboompitjes

Bereiding:
Bak de ui en knoflook in wat olijfolie glazig. Voeg de prei en courgette toe en bak dit even mee. Dan de gepelde en gezeefde tomaten erbij, als het goed pruttelt ook de verse tomaten erbij. Breng op smaak met wat zout/peper en verse basilicum en oregano.
Op het laatst roer je de fijngesneden mozzarella erdoor, je krijgt dan van die kaasdraden door de saus. Evt. een klein scheutje melk of room erbij doen.

Serveer met pasta. Bestrooi het geheel met kaas en geroosterde pijnboompitten.

Toen ik dit voor deze vriendin kookte zat er geloof ik courgette, tomaat, ham, spek, champignons en brocolli in. Gewoon een beetje mee experimenteren.

zondag 17 oktober 2010

Appelcrumble

Een van mijn beste vriendinnen is net zo gek op koken als ik. We hebben elkaar zo'n 7 jaar geleden voor het eerst ontmoet, onderweg naar het introductiekamp van de studie waar we aan zouden gaan beginnen. We kwamen naast elkaar te zitten in de bus, en kletsten elkaars oren van het hoofd in het korte busritje. Soms ontmoet je wel eens mensen waarvan je vanaf de eerste seconde weet dat het klikt. Dat was met haar ook zo. We bleven afspreken en zijn goeie vriendinnen geworden. En op de ene of andere manier zijn veel van onze afspraken gekoppeld aan eten. Ofwel ik kook, ofwel zij kookt. Maar eigenlijk koken we dan gewoon samen. De een snijdt, de ander roert, en allebei kletsen we nog steeds elkaars oren van het hoofd.

Als deze vriendin voor je kookt is er een ding wat ze altijd zal zeggen en dat is dat het alleen maar iets makkelijks is geworden, iets in elkaar geflanst van de dingen die 'toevallig' in haar koelkast lagen. Ik weet inmiddels wel beter ;-)

Laatst ging ik weer eens bij d'r eten. En van de dingen die toevallig in haar koelkast lagen flanste ze een volwaardige overheerlijke kaasfondue in elkaar. En dit toetje, wat gebaseerd is op een familierecept...


(voor 2 personen)

Ingredienten:
50 gr bloem
50 gr suiker
50 gr boter, in blokjes
amandelschaafsel
1 appel
rozijnen
vanillesuiker
kaneel
scheutje grand marnier (cognac of cointreau kan ook)

Bereiding:
Snij de appel in vieren en haal het klokhuis uit de parten. Je kunt de schil laten zitten.
Snij de parten in stukjes en verdeel over twee ovenvaste schaaltjes.
Strooi in beide schaaltjes wat rozijnen eroverheen.
Bestrooi beiden met wat vanillesuiker en flink wat kaneel.
Giet tenslotte er wat grand marnier overheen en laat lekker intrekken.

Ondertussen maak je de crumble die eroverheen gaat, door de bloem, suiker en boter met je handen tot een kruimelig deeg te kneden. Verdeel het deeg over de twee schaaltjes en bestrooi tenslotte met amandelschaafsel.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Als de oven warm is plaats je de schaaltjes erin en bak je ze gaar in ongeveer 30 minuten.

Lekker met slagroom of een bolletje ijs.

dinsdag 12 oktober 2010

Het oog wil ook wat

Degenen die mij wat beter kennen, weten dat, wanneer ik een etentje geef, ik alles uit de kast trek. Ik sloof me uit en geniet daar enorm van, maar kan daarin soms ook wat doorschieten. Zo kan ik me herinneren dat ik ooit voor vrienden sushi heb gemaakt. Geserveerd op speciaal daarvoor aangeschaft Japans servies. Voor andere vrienden heb ik wel eens tapas gemaakt. Op tapas servies uiteraard. Beide sets zijn misschien twee of drie keer gebruikt, en staan nu werkloos in de kast, te wachten op een nieuwe uitspatting.

Ook in het koken zelf kan ik nogal ver gaan. Al jaren is mijn motto: 'het oog wil ook wat'. Dus als ik kook, let ik enorm op hoe het eruit ziet, presentatie op het bord enzo. En alle details moeten kloppen. Sausjes, bijgerechten, bedenk het en ik heb er ook aan gedacht. (Ik kan me voorstellen dat dit behoorlijk extreem klinkt, maar the truth is, ik geniet er echt enorm van. Laat mij uren in de keuken in pannen roeren omdat er mensen die ik lief vind komen eten en ik ben gelukkig. En de lieve mensen meestal ook na het proeven van whatever er op hun bordje ligt...)

Ik denk dat een van mijn meest extreme uitspattingen was toen ik beloofd had te koken voor een groep van 20 meiden van een vereniging waar ik destijds voor werkte. De meiden hadden de keuze uit tapas (5 koude en 5 warme), vegetarische tapas (5 koude en 5 warme), of een 'gewone' spaanse maaltijd met voor en hoofdgerecht. En voor het toetje ook 2 of 3 keuzes (ik zal er maar niet bij zeggen dat ik de verschillende gerechten en tapas nog nooit eerder had gemaakt dus dat het een grote gok was). Dat was nogal wat qua voorbereiding en het uiteindelijke koken (ik zal er ook maar niet bij zeggen dat dat in een keukentje van nog geen 10 m2 was). Van tevoren vroegen mensen of ik het wel zeker wist om het zo groot aan te pakken. Maar als ik iets in m'n kop heb dan krijg je dat dat er ook nauwelijks meer uit. Uiteindelijk is het gelukt. Je kon me na afloop opvegen, maar iedereen heeft gesmuld (en daar gaat het om)!

Dit keer kwamen mijn zusje en haar vriend eten. En ik had bedacht falafel te maken. En om de perfecte falafel te maken moet je dat goed voorbereiden heb ik inmiddels dus geleerd.


Een dag vooraf:

Laat de gedroogde kikkererwten 24 uur in ruim water weken.

Maak de tahini (ja ik weet het, die kan je ook in een potje kopen, maar tis toch veel leuker en lekkerder om het zelf te maken?) door 250 gram sesamzaad kort te roosteren, en dit met een keukenmachine of staafmixer te malen. Voeg telkens wat olie (zonnebloem, arachide, sesam) toe, totdat je een pasta hebt die lijkt op pindakaas. Halverwege voeg je een beetje zout naar smaak toe.
De tahini vormt de basis voor de tahinisaus en voor hummus. Wat je overhoudt kun je in de koelkast bewaren.

Maak de tahinisaus door 125 gram tahini, het sap van 1 citroen, 3 teentjes fijngehakte knoflook, 2 eetlepels fijngehakte peterselie en 2 eetlepels water met de keukenmachine/staafmixer verder te pureren tot het een mooie saus is. Evt. nog water toevoegen als je de saus dunner wilt. Vlak voor het serveren nog wat fijngehakte peterselie erover strooien.

Je kunt de hummus ook al vooraf maken. Laat 400 gram kikkererwten (1 blik) uitlekken, en pureer ze met 3 tenen fijngehakte knoflook. Voeg vervolgens 1 eetlepel tahini toe, wat olijfolie, het sap van een halve citroen, en 1/4 theelepel komijn. Pureer alles weer. Proef! Voeg naar smaak meer citroensap, tahini en/of komijn toe. Het moet een smeerbaar mengsel zijn dat zacht smaakt en haast smelt op je tong, maar tegelijk ook een pittige bite heeft. Vlak voor het serveren strooi je er nog wat paprikapoeder over.
Met dit recept heb je redelijk wat hummus; als je overhoudt kun je dit heerlijk als broodbeleg gebruiken.

Op de dag zelf hoef je dan alleen nog maar de falafel te maken:
(voor ca. 6 personen)

Ingredienten:
500 gram gedroogde kikkererwten, gewassen en 24 uur geweekt
2 theelepels komijn
1 theelepel bakpoeder
1 uitje, fijngesneden
3 teentjes knoflook, fijngesneden
6 takjes verse koriander
6 takjes verse peterselie
zout/peper
evt. naar smaak wat chilipoeder

Bereiding:
Giet de kikkererwten goed af en doe ze in een kom. Voeg alle ingredienten toe en pureer met de keukenmachine of staafmixer tot een fijne pasta. 30 minuten laten staan, zodat de smaken goed kunnen intrekken.
Maak balletjes van ongeveer de grootte van een walnoot, druk ze iets plat.
In een frituurpan de olie verhitten tot ca. 180 graden.
Bak de balletjes in kleine porties in 3 minuten goudbruin.

Serveer met pitabroodjes, salade/rauwkost naar keuze, knoflooksaus en de tahinisaus en hummus.


Een klein beetje uitsloven is het wel. Maar als je een plekje hebt kunnen veroveren aan mijn eettafel, dan krijg je niet alleen een lekker hapje op je bord (dat is in ieder geval de bedoeling), maar je kunt er ook vanuit gaan dat je een plekje hebt gekregen in m'n hart!

zaterdag 9 oktober 2010

Chocoladedromen

Een van de leukste lunchrooms in Dordrecht is Zusjes. Er worden alleen vegetarisch biologische gerechten geserveerd, en het grootste deel is huisgemaakt. Vanmiddag heb ik heerlijk geluncht met een goeie vriendin die ik al veel te lang niet had gezien. We hadden heerlijk desembrood belegd met oude kaas. Ik vind desembrood zoiets fascinerends. Het smaakt heel anders dan gewoon brood, en heeft een knapperige korst maar een luchtige binnenkant. Maar tegelijk is het super vullend.

Zuurdesembrood staat nog op mijn lijstje van dingen die ik wil uitproberen om zelf te maken. Zonder gist, maar met een zelfgemaakt zuurdesem. Maar goed, omdat alleen al het bereiden van de desem een week duurt, waarbij je elke dag wel iets ermee moet doen - en dan heb je nog geen brood gebakken. Als je dan na een week dat desem hebt kun je dat gebruiken om een brood te bakken, en vervolgens weer aanvullen met wat meel, en dan zou het in theorie heel lang houdbaar moeten zijn. Maar dan moet je elke week dus ongeveer wel een brood bakken. En zoveel brood eet ik niet. Dus ik heb me er nog maar niet aan gewaagd...

Bij onze drankjes werden chocolade kaneelamandelen geserveerd. Ik had ze al heel lang niet meer op en was bijna vergeten hoe lekker ze zijn. Chocolade kaneelamandelen kun je bij de meeste koffie-speciaalzaken wel vinden, maar je kunt ze ook zelf maken met dit recept:


Ingredienten:
100 gr chocolade (ik heb 76% puur gebruikt, maar het kan ook prima met melkchocolade als je dat lekkerder vindt)
50 gr amandelen
kaneel
cocktailprikkers
een blok oase/steekschuim bij de hobbywinkel of tuincentrum vandaan (wel in de plastic verpakking laten zitten, zodat de amandelen en je vingers niet in aanraking kunnen komen met het groene schuim!)

Bereiding:
Prik in elke amandel een cocktailprikkertje. Hij hoeft er maar een heel klein stukje in, genoeg om de amandel op de prikker te laten zitten.
Smelt de chocolade voorzichtig in de magnetron. Niet langer dan 10 seconden per keer om verbranden van de chocola te voorkomen. Na 10 seconden de chocola uit de magnetron halen, doorroeren, en dit herhalen, totdat de chocola goed vloeibaar is.
Haal de amandelen een voor een door de gesmolten chocola, laat goed uitlekken zodat je geen druppels meer hebt (tik een paar keer met de prikker op de rand van het kommetje, dan vallen er vaak nog wat chocolade druppels af), en prik het prikkertje dan in het steekschuim.
Laat de chocolade op de amandelen hard worden, en herhaal dit nog een paar keer totdat de amandelen dik genoeg zijn (wel even de chocola iets smelten, zodat het weer goed vloeibaar is). Ik hou zelf wel van een behoorlijke chocolade-bite, dus ik heb flink wat laagjes chocola gedaan.
Na de laatste keer chocola strooi je met een theelepel kaneel over de nog natte chocola, voordat je de amandel in het steekschuim prikt om te laten drogen.

Verpak ze in een zakje van bloemenfolie, en je hebt een heerlijk cadeautje om weg te geven.
Of je serveert ze bij de koffie, dat kan natuurlijk ook.

vrijdag 1 oktober 2010

I surrender

Sinds ik terug ben van mijn vakantie heb ik heel hard geprobeerd het zomerse zonnetje en het gevoel dat daarbij hoort vast te houden. Noem het een positieve insteek, noem het principes, noem het koppigheid (of zelf-marteling, wat je wilt), maar ik probeer het moment dat de kachel aangaat en de zomerjas geruild wordt voor de winterjas zo lang mogelijk uit te stellen. Totdat het echt niet meer gaat. Een van de bekende radiostations heeft ook een van hun streaming-radio kanalen een half jaar lang ingericht als 'zomerradio' - een prima manier om mijn kop-in-het-zand-steek-strategie mee aan te vullen.

Toen ik vanmorgen mijn computer aanzette en daarbij ook het zonnetje wilde aanzetten kwam ik er tot mijn grote schrik achter dat het onvermijdelijke nu toch echt gebeurd is. Zomerradio is verruild voor kerstradio (ja je leest het goed, kerstradio, op 1 oktober!!!!). Ik kan het niet langer ontkennen, ik kan het niet meer tegenhouden, de zomer is nu toch echt voorbij. Ik heb m'n pantoffeltjes dus maar uit het vet gehaald, stiekem gluur ik op de thermostaat van de verwarming om te zien hoe warm (of eigenlijk koud) het binnen is en om te kijken of ik de kachel al durf aan te zetten, maar de kerstliedjes, die ontwijk ik nog even (ik ben absoluut gek op kerstliedjes, en vanaf november bestaat er nauwelijks andere muziek meer voor mij, maar niet in oktober! Ook weer een principe.).

De zomer is voorbij, en hoe kun je nu beter afscheid nemen dan met een heerlijk geurende en smakende maaltijd (wat stiekem nogal een winter-gerecht is).


(Voor 4 personen)

Ingredienten:
500 gr spruitjes
500 gr aardappelen
150 gr walnoten
125 gr spekjes
appel
gedroogde tijm
3 teentjes knoflook

Bereiding:
Schrob de aardappelen schoon, en snij ze in partjes.
Was de spruitjes, en haal het kontje en de buitenste blaadjes eraf.
Bak de spekjes in een klein koekenpannetje uit.
Verhit ondertussen in een grote hapjespan wat olie/boter, en fruit hierin de fijngesneden knoflook. Voeg vervolgens de aardappelen en spruitjes toe en roerbak tot het gaar is. Halverwege voeg je de fijngehakte walnoten toe.
Ondertussen was je de appel, en snij je deze in blokjes.
Als de aardappelen en spruitjes gaar zijn voeg je de uitgebakken spekjes en de appel toe. Voeg ook een flinke eetlepel tijm en peper naar smaak toe (ook evt. wat zout, maar hou in de gaten dat de uitgebakken spekjes ook al behoorlijk zout zijn), en bak alles nog even goed door.
Lekker met een glas wat stevigere rode wijn.